Hindoestaanse Moslim Uitvaart

Moslims van Turkse, Marokkaanse, Surinaamse en Indonesische, Indiaase afkomst wonen ook in Nederland. Na een overlijden worden grotendeels de Turkse en Marokkaanse Nederlanders in het buitenland begraven. Het is aanbevolen door de Profeet Mohammed om te worden begraven waar men sterft. Dat dit nog sporadisch gebeurt, heeft te maken met het feit dat er nog onvoldoende faciliteiten zijn om Islamitisch te begraven volgens de eigen godsdienstcodes. Tegelijkertijd zijn uitvaartpolissen om praktische redenen toegesneden op repatriëring. In feite is de uitvaart voor Turkse en Marokkaanse Nederlanders theoretisch al geregeld en gericht op begraven in de thuislanden. Een begrafenis in het land van herkomst is vanwege de vliegkosten nogal kostbaar, maar er zijn tegenwoordig uitvaartverzekeringen met speciale buitenlandpolissen waarmee de kosten kunnen worden gedekt. Inmiddels zijn er in Nederland diverse islamitische begraafplaatsen, vaak als onderdeel van een openbare begraafplaats. Crematie is niet toegestaan. 

inhoudelijk

Wat is de betekenis van lijden en dood?
Moslims kijken op verschillende manieren naar de dood en het lijden:
Lijden als een straf van god.
Lijden als een beproeving van god.
Lijden als loutering.

Reeds in het verhaal van de zondeval van Adam en Eva herkennen we het idee dat God de mens straft voor zijn zonden. Omdat de mens (Adam en Eva) weigerde God te gehoorzamen, werden hem het paradijs ontzegd. Toch blijft er voor de mens in zijn leven de mogelijkheid om opnieuw het paradijs te betreden, maar dan moet hij wel God gehoorzamen. Doet hij dit niet dan straft God met een watersnood, een aardbeving of een andere natuurramp, aldus de Islam. God straft niet alleen, hij stelt de mens ook op de proef. Zo laat hij het de mens soms slecht vergaan omdat hij wil onderzoeken wie standvastig en oprecht is. Andersom kan ook: hij laat de boosdoener goed leven, maar na de dood komt alsnog het negatieve oordeel. Volgens de Islam wordt pas op de Dag van de Opstanding de ‘definitieve rekening’ opgemaakt. De Islam ziet lijden ook als loutering. Voor de moslim brengt het lijden al een stukje vergeving voor de fouten die hij gemaakt heeft in zijn leven. De atheïst kan het lijden zien als een aansporing zich alsnog te bekeren. Lijden heeft dan de bedoeling om een nog grotere straf in het hiernamaals te ontwijken.

Evenals andere grote religies, ziet de Islam in de dood een belangrijke overgang naar een ander leven. De ziel (roeh) is afkomstig van Allah en leeft eeuwig . Daarentegen zijn het lichaam en de geest (nafs) sterfelijk. Volgens de overlevering wordt de dode kort na zijn sterven bezocht door de twee engelen (Moenkir en Nakir). Eerst laten zij de dode Sjahada (de geloofsbelijdenis) opzeggen. Daarna ondervragen de engelen de dode en noteren ze de goede en de slechte kanten. Vervolgens wordt de Sjahada eenmaal ingefluisterd, wordt de Koran geciteerd en wordt de dode met het gezicht in de richting van Mekka gelegd. Kent de dode de geloofsbelijdenis wel dan wordt zijn graf ‘wijd gemaakt’ zodat hij direct al kan ervaren hoe het paradijs zal zijn. Een uitzondering is er voor de martelaren van het geloof. Zij gaan vanwege hun bijzondere verdiensten- rechtstreeks naar het paradijs. De dode die de geloofsbelijdenis niet kent, wordt ‘geslagen’. Voor hem ziet de toekomst er minder goed uit. Veel moslims geloven dat de ziel van de overledene voortleeft na de dood van het lichaam en de geest.

De Islam gaat uit van een Dag des Oordeels: een dag waarop iedereen zal sterven. Na korte tijd (een of meer uren) worden alle doden opgewekt en naar een verzamelplaats gebracht. Allah spreekt daar zijn oordeel uit (Dag des Oordeels). Daarbij maakt hij gebruik van een soort weegschaal met daarop de door de engelen geschreven boeken over de goede en de slechte kanten van de doden. Na het oordeel wacht het ene gedeelte de hel en het andere gedeelte het paradijs.

Tijdens het sterven van moslims en gedurende de dagen daarna worden –voor zover mogelijk- de Islamitische riten en wetten in achtgenomen. De stervende wordt niet alleen gelaten.
Bij verwonding of ziekte, ten gevolge waarvan overlijden verwacht mag worden, moet je onmiddellijk contact op te nemen met familie en/of naasten. Wanneer de stervende dat wil of (als de stervende niet bij kennis is) de familie of naasten dat willen, dan moet een imam of geestelijk verzorger gevraagd worden aanwezig te zijn bij het sterven.

Over het omgaan met een dood lichaam is de Islam zeer duidelijk: ‘Voor het lichaam moet men respect hebben in overeenstemming met het respect dat men voor de levende heeft. Het mag op geen enkele wijze verminkt, ontheiligd of verfraaid worden. Het moet zo veel mogelijk met rust worden gelaten.’

Kort na het sterven vindt de rituele wassing plaats.

Dit gebeurt meestal in een uitvaartcentrum of ziekenhuis dat daarvoor een speciale ruimte heeft. Bij de wassing is het lichaam met een lendendoek bedekt. Mannen worden door mannen, vrouwen door vrouwen verzorgd. Het lichaam wordt drie keer gewassen met water waaraan geurige stoffen zijn toegevoegd. Vervolgens wordt het lichaam in grote witte doeken zonder versiering gewikkeld en naar de moskee overgebracht.
Als een kist wordt gebruikt, is dat er bij voorkeur een waarin de overledene op zijn rechterzij kan worden gelegd. Moslims beschouwen het als hun plicht bij de overledene in de moskee aanwezig te zijn. De imam bidt bij het lichaam het Djanazah-gebed, het Dodengebed. De gemeenschap volgt de imam bij gebed en begrafenis.

De begrafenis

Volgens de Koran moet een begrafenis binnen 24 uur plaats vinden na het overlijden. Na de wassing volgen een aantal rituele wassingen, zoals die voor de salaat gebruikelijk zijn. Daarna wordt lichaam in een aantal witte doeken gewikkeld waarna een salaat wordt gehouden voor de gestorvene. Bij de begrafenis wordt het lichaam in een open kist door de mannelijke vrienden en familie naar het graf gebracht. Niemand loopt voor de kist uit. Het graf is zo gegraven dat het gezicht in de richting van Mekka gelegd kan worden. Iedereen gooit drie handen zand in het graf. Wanneer de familie de begraafplaats heeft verlaten, zegt de imam de tekst voor die de overledene moet antwoorden wanneer de engelen hem vragen stellen over zijn of haar levensloop.

Voor de familie geldt een rouwperiode van minstens drie dagen. Het graf wordt met rust gelaten en mag niet worden geruimd. Er komt vaak geen grafsteen op het graf. De dode wacht op de dag van de wederopstanding als God over iedereen het definitieve oordeel zal uitspreken.

Hindoestaanse Uitvaart 24 uur bereikbaar